Beek
13 mei 1940 Hier zien wij honderden Belgische krijgsgevangen voor de St.-Martinusschool in het Raadhuispark te Beek (nu nieuwbouw gemeentehuis). Het hekwerk is duidelijk herkenbaar en is thans in gebruik bij aannemerij Kerckhoffs aan de Prins Mauritslaan te Beek. Bron: M.P. |
|
De Belgische krijgsgevangenen worden o.a. bewaakt door "Gefreiter" Meier en E.Kessler. Zijn zullen op transport naar Duitsland worden gezet. Bron: M.P. In het Duitse beleid jegens de Belgische krijgsgevangenen speelde de zogeheten “Flamenpolitik” een belangrijke rol: het aanwenden van de taalproblematiek om de Vlamingen voor de Duitse zaak te winnen. Ongeveer een derde deel van de gedemobiliseerden - 225.000 manschappen - werd na 28 mei in dagmarsen van circa 45 kilometer of per trein via Nederland naar Duitsland afgevoerd. Op 5 juni 1940 verordende Hitler dat alle Nederlandstalige Belgische krijgsgevangenen, met uitzondering van de beroepsmilitairen, weer moesten worden vrijgelaten. Tussen augustus 1940 en februari 1941 repatrieerden ongeveer 145.000 Vlamingen. Dat gold ook voor de zieken en de militairen uit de regio Eupen-Malmedy die bij Duitsland werd ingelijfd. Uiteraard trachtten veel militairen uit Wallonië zich voor Vlaming uit te geven. |
|
"Tweede Distributie Stamkaart" De Eerste Distributiestamkaart werd vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in Nederland ingevoerd. De kaart uitwisselen met anderen (familieleden en anderen) was verboden. De Tweede Distributiestamkaart werd door de Duitse bezetter ingevoerd om de duizenden onderduikers van voedsel af te snijden. (Deze mensen zaten veelal ondergedoken, omdat zij niet voor de Duitse bezetter wilden werken in Duitsland). Wie immers geen stamkaart had, kon geen bonnen krijgen en dus ook geen voedsel en andere goederen kopen. Om aan de Tweede Distributiestamkaart te komen, moest men zich eerst bij de overheid melden met het Persoonsbewijs. Was dit in orde (er waren wel vervalsingen in omloop), dan kreeg het Persoonsbewijs en de Stamkaart een controlezegel opgeplakt. Zat men ondergedoken (deze mensen hadden veelal een vervalst Persoonsbewijs), dan kon men zich niet legaal melden en dus verkreeg men geen stamkaart en dus ook geen distributiebonnen. Deze maatregel werd door het Ambtenarenverzet zorgvuldig gesaboteerd. Tot irritatie van de Duitse Overheid bleken er uiteindelijk meer stamkaarten verstrekt dan de bevolking volgens haar groot was, zonder dat duidelijk was waar gefraudeerd was. Bron: Wikipedia |
|
WW2 reclame poster - Philips "Bi-Arlita" lampen. Bron: F.N. |
|
Burg. Janssenstraat in Beek na het bombardement van 5 oktober 1942. Bron: Heemkundevereniging Beek |
|
De Gil was een Nederlands satirisch blad, waarvan in het bezettingsjaar 1944 veertien uitgaven verschenen. De Gil wekte de indruk een illegaal blad te zijn, maar was in feite een door Dr. Erwin Haagn, de vertegenwoordiger van het Rijkscommissariaat van Goebbels' Propagandaministerie in Den Haag, gestimuleerd nationaalsocialistisch propagandablad. Met koppen als "NSB-gespuis moet opgehangen worden" en "Groote Duitsche verliezen aan het oostfront" werd de nietsvermoedende Nederlander verleid het blad te kopen. In wezen werd, tussen de regels door, propaganda voor Duitsland gemaakt. Bron: P.R. + Wikipedia (klik hier voor de brochure - Pdf file) |
|
Amerikaanse tank dendert over de Adsteeg in Beek. Bron: Heemkundevereniging Beek |
|
Amerikaanse bevrijders met hun half-track in de Prins Mauritslaan in Beek. Een halfrupsvoertuig of half-track is een (pantser)voertuig dat van achteren voorzien is van rupsbanden en van voren van een paar wielen. Bron: Heemkundevereniging Beek |
|
Amerikaanse militairen slaan hun tenten op bij het nog aan te leggen vliegveld Y-44 te beek, het huidige Maastricht Aachen Airport. Bron: Dhr. Palmen + Jos Coenen |
|
Alfred Benedik (links) met Amerikaanse militairen tijdens aanleg van het vliegveld Y-44 in Beek. Alfred was ondergedoken tijdens de oorlog en fungeerde tijdens de aanleg van het vliegveld als tolk. Bron: Heemkundevereniging Beek |
|
Amerikaanse B-26 Marauder met grondpersoneel op het terrein van het oude vliegveld in Beek (Yankee-44). Dhr. Palmen, eigenaar van deze foto's woonde in die tijd pal naast het vliegveld. Yankee-44 (Y-44) Toen in september 1944 het Amerikaanse 7de legerkorps Zuid-Limburg bevrijdde, begonnen zij met het in gebruik nemen van veldjes voor hun Auster-verkennings- en observatievliegtuigjes. Echter, de 9th Allied Tactical Airforce (9th ATAF), het Geallieerde luchtcommando in het gebied, wilde graag een vooruitgeschoven basis om de opmars in Duitsland goed te kunnen ondersteunen. Hun bases in Noord-Frankrijk en Zuid-België waren hiervoor ontoereikend. Omdat het hoofdkwartier van het 28th Tactical Air Command van de 9th ATAF in Maastricht gelegerd werd besloten de geallieerden een steunvliegveld bij Maastricht aan te leggen. Op 27 januari 1945 vroeg de Amerikaanse Town Major van Beek, de geallieerde officier verantwoordelijk voor de interactie tussen de militaire en burgerlijke macht, toestemming aan de burgemeesters van de omliggende dorpen om het terrein tussen Beek, Meerssen en Ulestraten te ontginnen voor de aanleg van een vooruitgeschoven luchtmachtbasis. Na een snelle onteigeningsprocedure begonnen Amerikaanse genisten met het rooien van de circa 188 hectare boomgaarden en met het aanvoeren van duizenden tonnen puin, afkomstig van het op 5 oktober 1942 per abuis gebombardeerde Geleen, ter fundering. Bron: Dhr. Palmen + Jos Coenen |
|
Stalen plaat van de landingsbaan van Y-44. Op het puin werden stalen platen gelegd en geklonken om zo 1.200 meter landingsbaan te construeren. Tevens werden 89 verharde parkeerplaatsen, een hangar van 40 x 60 meter en een ondergronds brandstofdepot aangelegd. De brandstofdepots werden gevoed vanuit de pijpleiding PLUTO (Pipe Lines Under The Ocean) die vanuit Normandië tot aan Maastricht werd doorgetrokken; het verste punt dat PLUTO ooit is gekomen. Vanaf 22 maart 1945 was het veld operationeel als een van de tientallen vooruitgeschoven velden van de 9th Allied Tactical Airforce. Vanaf die dag opereerde het 31st Tactical Reconnaissance Squadron (31st TRS) van de US Army Airforce vanaf het veld, dat inmiddels was omgedoopt tot Airfield Y-44, oftewel Yankee-44. Dit verkenningssquadron vloog met de F-6 verkenningsuitvoering van de P-51 Mustang jager. Zij waren voorheen op de basis in Jarny (Noord-Frankrijk) gestationeerd. Op 19 april vertrokken zij naar het Yankee-80 vliegveld nabij Wiesbaden in bezet Duitsland. Later opereerden ook andere eenheden vanaf het veld, zoals het 39th Photo Reconnaissance Squadron en het 155th Photo Reconnaissance Squadron (Night). Ook vlogen voor enkele weken vier squadrons B-26 Marauder lichte bommenwerpers vanaf Yankee 44. Deze waren afkomstig van het 387th Bombardment Group. Er werd echter geen enkele operationele missie uitgevoerd vanaf het veld, omdat de oorlog in Duitsland zo goed als voorbij was. Deze Group bleef tot en met 24 mei 1945 op het veld en vertrok daarna naar Rosiers-en-Sauterre in Frankrijk. Bron: Jos Timmermans |
|
Vliegveld Y-44 te beek, het huidige Maastricht Aachen Airport. Bron: Internet |
|
Vliegtuigwrak van een B-26 Marauder op het terrein van het oude vliegveld Y-44 in Beek. Officieus werd het vliegveld eind mei al overgedragen aan de Nederlandse autoriteiten, al hielden de Amerikanen er wel een optie op. Een klein contingent Nederlandse militairen werd er gelegerd als oppassers, samen met een kleine meteorologische ploeg. Na de Duitse capitulatie verzochten de burgemeester van Beek en de Commissaris van de Koningin aan het Ministerie van Waterstaat om van het inmiddels verlaten vliegveld een officieel burgerluchtvaartterrein te maken, het terrein was immers al ontgonnen. Op het verzoek werd positief gereageerd door de regering, eerst vanuit Londen en later vanuit Den Haag. Per 1 augustus 1945 werd het besluit effectief en werd Yankee-44 een burgerluchthaven. Huidige naam: Maastricht Aachen Airport Bron: Dhr. Palmen + Jos Coenen |
|
Links: In deze tent werden de piloten gebriefd voor vertrek. Rechts: Amerikaanse piloot voor een barak, op het terrein van Y-44 in Beek. Bron: Dhr. Palmen + Jos Coenen |
|
Dat vliegveld Y-44 in Beek belangrijk was blijkt uit deze opname van de bewaking d.m.v. tanks. Deze tank is voorzien van stukken gaas, waaraan de camouflage werd bevestigd. Bron: Dhr. Palmen + Jos Coenen |
|
Mooie foto's voor het thuisfront! De bewaking van Yankee-44 was dik in orde. Laat de Duitsers maar komen. Bron: Dhr. Palmen + Jos Coenen |
|
De Martin B-26 Marauder was een Amerikaanse tweemotorige middelzware bommenwerper. De eerste vlucht vond plaats op 25 november 1940. Het toestel werd begin 1942 voor het eerst ingezet in Oceanië, later werd het ook gebruikt voor missies in het Middellandse Zeegebied en in West-Europa. In totaal zijn er 5157 exemplaren gebouwd. Bij de indienstelling van de B-26 gebeurden er veel ongelukken waardoor het toestel de bijnaam "Widowmaker" kreeg. De ongelukken werden minder na een aantal aerodynamische verbeteringen, waaronder het vergroten van de vleugelspanwijdte. De USAAF zette de B-26 begin 1943 in West-Europa in. De eerste opdrachten waren vergelijkbaar met die in Noord-Afrika, er werd gevlogen op lage hoogten. Deze missies waren niet succesvol. De tweede opdracht, een aanval op een energiecentrale in IJmuiden, zonder escorte, resulteerde in het verlies van de volledige groep van 10 B-26's.[1] Als gevolg van deze en andere slechte ervaringen werd de bewapening van het toestel verbeterd, ook werd besloten het vliegtuig op grotere hoogten in te zetten. Deze maatregelen hadden effect; in 1944-1945 hadden de USAAF B-26-squadrons de laagste verliezen van alle Amerikaanse dagbommenwerpers. Bron: Wikipedia |
|
Deze Amerikaanse B26 Marauders zijn net vertrokken vanaf Y-44. Hun doel "Nazi Duitsland". Bron: Dhr. Palmen + Jos Coenen |
|
Document uit het groepsverslag van de 387th bombardment group-medium (The Tiger-Striped Marauders) op Y-44. Op 8 mei 1945 is een B26 Marauder tijdens een trainingsvlucht in Mesch gecrashed. Alle bemanningsleden zijn hierbij om het leven gekomen. De bemanning is begraven op Margraten Cemetery. Bij de herinrichting van het kerkhof te Margraten zijn 4 bemanningsleden op wens van de familie overgebracht naar de VS. Ralph Willett en Robert P. Sturm liggen thans nog op Margraten Cemetery begraven. Beide graven zijn geadopteerd door Richard Kunne. Bron: Richard Kunne |