Stoottroepen
Oktober 1944, de net gevormde Stoottroepen marcheren door Hoensbroek. Bron: F. Faro |
|
Links: Training van Limburgse Stoottroepers onder leiding van een Engelse officier. Rechts: Schietoefening tijdens de kaderopleiding te Vijlen. Bron: Stoottroepen 1944-1984 (De Bataafsche Leeuw-1984) |
|
Boven: Een Fordson WOT2, 15 CWT van de Limburgse Stoottroepen. Onder: Manschappen van het 2e Bataljon, Regiment Limburg Stoottroepen tijdens verblijf op Duitse bodem (voorjaar 1945). Op de achtergrond zien wij een buitgemaakte Opel Blitz van de Wehrmacht. Bron: Stoottroepen 1944-1984 (De Bataafsche Leeuw-1984) |
|
Links: Gebouw van de staf Limburg, hotel "Oranjehof" te Valkenburg. Rechts: Eerste bezoek van Commandant-Zuid, Jacques Crasborn, aan de staf van Commando-Limburg in hotel Oranjehof te valkenburg. Van links naar rechts: Pierre Driessen, Jacques Crasborn, Dick Meulenberg en Bep van Kooten. Bron: Stoottroepen 1944-1984 (De Bataafsche Leeuw-1984) |
|
Maj Jacques Crasborn in een gemakkelijke stoel bij de open haard, bij zijn eerste bezoek aan de staf van Commando Limburg in hotel Oranjehof te Valkenburg. Bron: Rijckheyt |
|
Jacques Crasborn getooid met Duitse pet en armband met "Hakenkruis". Bron: Rijckheyt |
|
De Brunssumse Stoottroeper A.H. Willemse, met rechtsboven: zijn legitimatiebewijs en rechtsonder: In dit schrijven zien wij dat de Brunssumse Stoottroeper A.H. Willemse, werd toegevoegd aan de 9th U.S. Army (kantoor provost marshal). Hij werd ook door de Amerikanen gekleed. Bron: P. Santing |
|
Certificaat van inschrijving van de Brunssumse Stoottroeper A.H. Willemse. Bron: P. Santing |
|
Dankbetuiging van Z.K.H. Prins Bernhard aan de Brunssumse Stoottroeper A.H. Willemse voor bewezen diensten voor het Vaderland. Bron: P. Santing |
|
Direct na het einde van de oorlog in Europa vertrok A.H. Willemse met enkele duizenden collega's naar Indonesië, om daar dienst te doen bij het Koninklijk Nederlands-Indonesisch leger. Op 16 oktober 1949 werd hij eervol uit zijn functie ontheven en verliet het leger. Bron: P. Santing |
|
Direct na het einde van de oorlog in Europa vertrok A.H. Willemse met enkele duizenden collega's naar Indonesië, om daar dienst te doen bij het Koninklijk Nederlands-Indonesisch leger. Op 16 oktober 1949 werd hij eervol uit zijn functie ontheven en verliet het leger. Bron: P. Santing |
|
Karel Gerard Silln(Sillen-Zillen), soldaat van het "Regiment Limburg der Stoottroepen" Karel is omgekomen in de laatste fase van de Tweede Wereldoorlog en gesneuveld ergens te velde op 16 april 1945. Hij ligt begraven op de Algemene begraafplaats in Brunssum 21 april 1945. Op zijn grafsteen prijkt de naam Zillen (verbastering-fout?). Op deze foto staat hij naast zijn eveneens uit Brunssum stammende dienstmaat Karel Theunissen. Beide dragen hier het Nederlands uniform. Toen Karel sneuvelde was Brunssum reeds geruime tijd bevrijd. De oorlog in Nederland eindigde op 5 mei 1945. Bron: M. J. H. Walbeehm-Silln |
|
Bidprentje van Karel Gerard Silln(Sillen-Zillen), soldaat van het "Regiment Limburg der Stoottroepen". Onderscheiding, welke postuum werd verleend aan Karel Gerard Silln. Het betreft hier de bondsmedaille in brons van de Bond van Nederlandse Militaire Oorlogsslachtoffers-BNMO. Bron: M. J. H. Walbeehm-Silln |
|
Kopie van de laatste brief, welke Karel Silln aan zijn moeder schreef. De brief is gedateerd 17 Maart 1945. Kort hierna stierf Karel aan het front Bron: M. J. H. Walbeehm-Silln (klik hier voor de brief van Karel aan zijn moeder - Pdf file) |
|
Gestorven voor het Vaderland. Graf van Karel Gerard Silln op de algemene begraafplaats in Brunssum. Ook komt hij voor op de plaquette met namen van alle Brunssumse oorlogsslachtoffers. Bron: Webmaster |
|
Gerard Schaekers van de Akerstraat 80 te Brunssum, hier in Nederlands uniform tijdens de algehele mobilisatie. In Nederland werd op 28 augustus 1939 de mobilisatie afgekondigd. In 1939 ging het om een algehele mobilisatie, in het laatste geval door het kabinet-De Geer II, vanwege de toegenomen internationale spanningen voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Na de capitulatie van Nederland werd het Nederlandse leger opgeheven. Gerard heeft direct na de bevrijding van Brunssum besloten de wapens tegen de Duitse bezetter weer op te nemen, en werd lid van de Stoottroepen. Helaas heeft dit niet lang mogen duren. Gerard Schaekers sneuvelde op 29-12-1944, en werd met militaire eer te Brunssum begraven. Bron: Familie Schmersel |
|
"Hallo hallo gearriveerd in Apeldoorn" Deze kaart stuurde Gerard Schaekers aan zijn ouders in Brunssum. Bron: Familie Schmersel |
|
Gerard Schaekers als Nederlandse militair te motor. Waarschijnlijk deed hij dienst als motorordonnans, dit is een militaire motorrijder, die berichtenverkeer onderhoudt. Bron: Familie Schmersel |
|
De frontsoldaat, Gerard Schaekers sneuvelde op 29-12-1944 om 9.15uur in Alsdorf net over de Nederlandse grens ten gevolge van een schotwond in zijn hoofd, en werd met militaire eer te Brunssum begraven. Hier vertrekt de begrafenisstoet vanaf Gerard's thuis aan de Akerstraat 80 te Brunssum richting Bodemplein. Bron: Familie Schmersel |
|
Hier zien wij de begrafenisstoet op het Bodemplein te Brunssum, vanwaar men richting de kerk van Rumpen zal gaan. Bron: Familie Schmersel |
|
Hier zien wij de erewacht van Stoottroepers bij de ingang van de kerk van Rumpen (H. Vincentius à Paulo-kerk) aan de Tolenhof. Bron: Familie Schmersel |
|
Hier wordt de kist met het stoffelijk overschot van Gerard Schaekers door zijn kameraden van de Stoottroepen de kerk van Rumpen binnengedragen, waarna Gerard op het naastgelegen kerkhof zal worden begraven. Gerard Schaekers is gesneuveld op 29-12-1944. Bron: Familie Schmersel |
|
Het graf van Gerard Schaekers te Rumpen (Brunssum). Bron: M. Arets |
|
Aanmeldformulier voor de "Stromtroops" (Stoottroepen) van Johan Bosch. Johan trad op 13 november 1944 in dienst van het Nederlandse leger. Hij kreeg een Amerikaans uniform toebedeeld. Bron: Familie Bosch |
|
Persoonsbewijs van Johan Bosch uit Amstenrade (ABC straat, nu Brunssum). Hij was later woonachtig op Treebeekplein 7 te Heerlen (nu Brunssum). Bron: Familie Bosch |
|
Verlofpas (groot verlof) en marsorder van de Stoottroeper Johan Bosch. Omdat hem groot verlof werd toegekend is Johan niet naar Duitsland hoeven gaan en heeft hij de draad als "Houwer" op de staatsmijn weer kunnen oppakken. Bron: Familie Bosch |
|
Stoottroeper Albert de Vries uit Hoensbroek. Bron: Emil Bernardi |
|
Eerste legeringsgebouw van de stoottroepen in Maastricht ( Lage barakken nr 2, thans school voor beroepsbegeleidend onderwijs). Bron: Stoottroepen 1944-1984 (De Bataafsche Leeuw-1984) |
|
Legitimatiebewijs voor de "landelijke knokploegen" op naam van H.G.J. Theunissen uit Hoensbroek. Theunissen zou later, net als vele andere LKPer's toetreden tot de Stoottroepen. Landelijke Knokploegen of LKP is de naam voor een verzetsorganisatie die werd opgericht door de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (LO). De onderduikers die geholpen werden hadden dringend behoefte aan allerlei voorzieningen, zoals persoonsbewijzen en bonkaarten, die zij onder eigen naam natuurlijk niet konden krijgen. Daartoe waren her en der al zelfstandige Knokploegen werkzaam, die hun buit meestal onder hun eigen achterban verdeelden. Bron: Jack Theunissen |
|
Manifest aan het Nederlandsche Volk Problemen van zuivering en opbouw - Wenschen in de kringen van actie en verzet. Bron: Jack Theunissen |
|
Maastricht 17 oktober 1944 - Koninklijke Patrouille De K.S. leider te Maastricht verklaart hierbij dat Theunissen Hubertus, Gerardus J. geb. 14 juni 1916 te Nuth L. bij de K.S. als ordonnans dienst doet. Verzoeke deze persoon ongehinderd te laten paseeren, de nodige legitimatie papieren zullen hem zo snel mogelijk ter hand worden gesteld. Bron: Jack Theunissen |
|
Originele emblemen (uniformstukken) van Theunissen Hubertus, Gerardus J. Bron: Jack Theunissen De bijgevoegde baret werd mij geschonken door Dhr. De Vries |
|
Stafkaart Luik-Limburg tot aan de grens bij Schinveld gebruikt door de Stoottroepen. Bron: Jack Theunissen |
|
Oorlogszakboekje Militaire Dienst en Betalingsboekje op naam van H.G.J. Theunissen, gebruikt door de Stoottroepen. Bron: Jack Theunissen |
|
Dubbele pagina met rechts het stempel der "Stoottroepen" uit het Militaire Dienst en Betalingsboekje op naam van H.G.J. Theunissen uit Hoensbroek. Bron: Jack Theunissen |
|
Rijbewijs (links) en identiteitsbewijs van de Koninklijke Stoottroepen op naam van H.G.J. Theunissen (Hubertus, Gerardus J.) uit Hoensbroek. Bron: Jack Theunissen |
|
30 april 1946 Verklaring van het "Regiment Stoottroepen" t.g.v. de korporaal Theunissen. Gedurende zijn diensttijd heeft hij zich doen kennen als een betrouwbaar, eerlijk en plichtsgetrouw soldaat. Bron: Jack Theunissen |
|
"De Stoot" - 1 Bataljon Regiment Limburg, Stoottroepen. Het tijdschrift voor de Limburgse stoottroepers. Nummer 5 - 15 juni 1945 (klik hier voor het gehele tijdschrift - Pdf file) |
|
Een Enkele Oorlog - Een Wekelijksch Overzicht in Beeld Poster uit de collectie van Dhr. Theunissen met hierop een overzicht van de gehele oorlog Oos-West. Bron: Jack Theunissen (klik hier voor de grote poster - Pdf file) |
|
Baret embleem Stoottroepen. Toen het zuidelijk deel van Nederland in 1944 was bevrijd van de Duitse bezetting, hebben vele Nederlanders zich aangemeld bij de nieuw te formeren Stoottroepen compagnieën. Deze compagnieën werden ingedeeld bij het voor deze gelegenheid gevormde Commando-Brabant en Commando-Limburg. Later (medio juni 1945) zijn deze samengevoegd tot een regiment. Zij werden direct ingezet in de gebieden onder de grote rivieren, waar Duitse verkenningseenheden regelmatig probeerden te infiltreren in het bevrijde zuiden. Zonder enige vorm van training en met gebrekkige uitrusting, hebben deze "stoters van het eerste uur" zich maximaal ingezet om deze infiltraties te voorkomen, waarbij regelmatig gevechtscontact werd gemaakt met Duitsers. Als bewapening werden vaak buitgemaakte Duitse wapens gebruikt, in combinatie met vooroorlogs materiaal en wapens die tijdens de oorlog gedropt waren door de Britten. Omdat uniformen in de eerste periode ook niet voorradig waren, droegen de stoottroepen blauwe overalls met een oranje band op de linker arm. De Nederlandse helm uit 1934 was nog beschikbaar en behoorde aanvankelijk min of meer tot de standaard uitrusting. Bron: Wikipedia |
|
Schouderembleem Stoottroepen. In de beginperiode van het regiment kenden de leidinggevenden geen rangen. Deze mensen waren leider geworden op basis van hun competenties tijdens de bezetting. Medio 1945 moest het regiment eraan geloven. Leidinggevenden moesten een meerdaags examen afleggen, waarna ze tot een passende rang werden bevorderd. Uiteindelijk hebben de Limburgse stoters ingebed in het Amerikaanse leger gediend, terwijl de Zeeuwse en Brabantse stoters de Duitsers bevochten in samenwerking met de Britten en Canadezen. Zij kregen daar het Engelse tenue, de Limburgers werden uitgerust met Amerikaanse uniformen. Allen waren te herkennen aan de naam 'Stoottroepen' op de schouder. Bij de stoters van het eerste uur dienden niet alleen mannen. De dames die tijdens de bezetting een belangrijke rol speelden in het verzet, gingen na de bevrijding van het Zuiden ook over naar de stoottroepencompagnieën. Hier vervulden zij taken zoals verpleegster of typiste. Door reorganisaties direct na de oorlog moesten zij de stoottroepen verlaten. Bron: Wikipedia |
|
Gerhard Köppen in zijn Stoottroepen uniform samen met zijn kinderen, Doortje en Martin (eind 44). Direct na de bevrijding van Hoensbroek heeft Gerhard zijn baan als houwer op de staatsmijn Emma opgezegd en zich gemeld bij het regiment Stoottroepen. De bovenste foto is genomen op de hoek van de Amstenraderweg met de Hommerterweg, met op de achtergrond nog de contouren van de staatsmijn Emma. De onderste foto is genomen in het veld achter de Patersweg, met op de achtergrond de kerk van Amstenrade. Bron: Martin Köppen (Martin Köppen vertelt, klik hier - Pdf file) |
|
Bijzondere foto van een bijzondere vrouw! Op de voorste rij in het midden zien wij Liesbeth Heslenfeld, "verzetsvrouw" in haar Stoottroepen uniform. Liesbeth is de dochter van dokter Kees Heslenfeld, welke zijn praktijk had aan de Akerstraat-Noord, in het "t Veldhuijs", gelegen naast de huidige apotheek. Deze foto werd genomen in de tuin van t Veldhuijs. Op de achtergrond zien wij o.a. de koeltorens van de staatsmijn Emma en de zijgevel van Hotel-Pension Juliana. Met v.l.n.r. - voorste rij: Hans Heslenfeld (oudere broer), Liesbeth Heslenfeld en Chris Heslenfeld-Jansen (moeder). Achterste rij: Onbekend, Onbekend, Marijke Heslenfeld (jongere zus), Carel Heslenfeld (jongere broer) en Toon Heslenfeld (jongere broer). Bron: Hans Debets |
|
Persoonsbewijs van Chris Heslenfeld-Jansen. Bron: Toon Heslenfeld |
|
Ook deze foto is genomen in de achtertuin van 't Veldhuijs aan de Akerstraat-Noord in Treebeek (Brunssum). Hans, Liesbeth's oudere broer staat links en Liesbeth zie je met een sigaret in haar mond. De andere Stoottroepers zijn helaas onbekend. De man die met de rug naar de camera staat is Toon Heslenfeld. Hij was ingelijfd bij het Commando Limburg van de Stoottroepen. Zij trokken met de Amerikanen op en hadden ook hun gevechtskleding/uniformen. Liesbeth en Hans zaten bij het Commando Brabant en hadden Britse battle-dress aan. Hans heeft twee sterren op zijn kraag (binnen een paar weken had hij die rang bereikt). Bron: Hans Debets |
|
Broer en zus Heslenfeld als "Stoottroepers". Toon in Amerikaans uniform en Liesbeth in Brits uniform. Ook deze foto werd genomen in de tuin van hun ouderlijk huis, 't Veldhuijs aan de Akerstraat-Noord in Treebeek (Brunssum). Bron: Hans Debets |
|
Op 23 juni 1998 kreeg Toon Heslenfeld als blijk van respect en en waardering voor zijn inzet onder buitegewoon moeilijke omstandigheden het Mobilisatie Oorlogskruis uitgereikt. Bron: Toon Heslenfeld |
|
Ik neem aan dat deze in Brabant is gemaakt, je ziet mijn moeder, Liesbeth Heslenfeld samen met andere Stootroepers uit het raam hangen van een hotel (het lijkt de naam Hotel Noord-Brabant te hebben). Er stonden geen gegevens bij maar ik denk dat deze Stoottroepers net ingelijfd waren bij de bevrijders in Brabant en mee optrokken. De entourage lijkt feestelijk (met vlag e.d.) dus wellicht is het in een pas bevrijde plaats in Brabant. Zullen we maar zeggen Veghel of Helmond?. Mijn moeder zie je boven de "N" van "Noord" zitten in het raam, samen met 2 andere vrouwelijke stoottroepers - waarschijnlijk een vrouwenkamer want uit de andere kamers hangen alleen mannen. Bron: Hans Debets |
|
Bidprentje van Liesbeth Debets - Heslenfeld 12 juni 1920 - 24 juli 2014 Liesbeth haar vader, Kees Heslenfeld, was huisarts in Treebeek. Net als vele andere artsen vertikt hij het om toe te treden tot de Artsenkamer, terwijl de bezetter dat eist. Hij wordt naar Kamp Amersfoort gebracht wegens deze weigering en verblijft daar 3 maanden. Lichamelijk en geestelijk aangeslagen komt hij terug, maar herstelt. Je praat dan over het voorjaar van 1943. Liesbeth was al in 1942 bij het verzet (de KP) gegaan. Als koerierster brengt zij berichten over maar regelmatig vervoert ze ook wapens en zenders. Dit gebeurt hier in Limburg en later worden de activiteiten ook uitgebreid naar Brabant. Rantsoenbonnen worden buitgemaakt bij overvallen op distributiekantoren en zij was betrokken bij sabotageactiviteiten. Zij vertelde ook over een overval op een boerderij waar ze bij betrokken was. Daar zou een bruiloft gevierd gaan worden. Het was een welgesteld boerengezin en op dat moment waren er veel voorraden: goed eten en drinken, en elders werd honger geleden. Dat moest beter verdeeld worden, oordeelde het verzet. Dus de boerderij werd een dag vóór de bruiloft overvallen en het eten ging naar onderduikers. We luisterden als kinderen ademloos als ze over deze tijd vertelde en het vervulde je van trots. En dan zei ze op een gegeven moment: nou hebben we genoeg gepraat over die rot-oorlog. Maar voegde daar nog even aan toe: nooit heb ik zo’n kameraadschap en verbondenheid gevoeld als toen – ook een hele móóie tijd! Toen de Engelsen Veghel bevrijdden eind 1944 sloot ze zich met andere verzetsmensen bij de bevrijders aan. Ze behoorden bij de eerste vrijwilligers die werden opgenomen in het regiment Stoottroepen. Liesbeth zat bij de afdeling Brabant van de Stoottroepen die met de Engelsen optrokken. Zo ging de strijd verder tot de definitieve bevrijding kwam. Ze ervaarde dat als een groot moment maar moest ook weer het gewone leven in. Haar pistool heeft ze nog een tijdje gehouden, voor alle zekerheid…….. je weet maar nooit! Maar waarschijnlijk was dat pistool ook een belangrijk symbool voor deze jaren, voor dit bestaan, dat je niet zomaar van je aflegde. Ze behoorde bij de laatsten die hun wapens inleverden. Het gezin Heslenfeld woonde in "'t Veldhuijs" in Treebeek, Akerstraat-Noord. Mijn opa had daar ook zijn praktijk (met apotheek). Haar oudere broer Hans was ook bij de Stootroepen en haar jongere broers Toon en Carel ook. Bij mijn weten zijn zij ingelijfd bij de afdeling Limburg van de Stoottroepen die met de Amerikanen optrokken. Bron: Hans Debets |
|
Bron: Internet | |
Pater Hendrik Huijbers OMI, welke een grote rol speelde mbt het tot stand komen van de Stoottroepen, en al gauw aalmoezenier werd van het regiment Limburg. Bron: Toon Heslenfeld |
|
Het levensverhaal van Pater Hendrik Huijbers OMI, 1916-2002 aan de binnenkant van zijn bidprentje. Hij was drager van het verzetsherdenkingskruis. Na de oorlog vertrok hij naar Canada, waar hij o.a. kapelaan was voor de Royal canadian Legion. Bron: Toon Heslenfeld |
|
Training van de Stoottroepen op de binnenplaats van kasteel Amstenrade. (10 november 1944) Bron: Rijckheyt (centrum voor regionale geschiedenis) |
|
Vrijwilliger van de Stoottroepen in training rond kasteel Amstenrade. Bron: Rijckheyt (centrum voor regionale geschiedenis) |
|
Wapeninstructie op kasteel Amstenrade aan "Verse" Stoottroepers. De instructeur draagt een Brits uniform en de nieuwelingen Amerikaanse uniformen. Bron: Rijckheyt (centrum voor regionale geschiedenis) |
|
Albertus Johannes Verheijen, geboren te Uden op 1 oktober 1903, wonende te Brunssum als sergeant bij de beroemde trap van Waltmans aan het Lindeplein in Brunssum, kort voor zijn vertrek als stoottroeper naar Indië. Op de onderste foto staat hij tweede van rechts. Hij diende -na zijn tijd in het verzet en dienst bij de Amerikanen- in het Eerste Bataljon van de Stoottroepen van 1945 tot 1948 in en rond de stad Semarang op Java. Hij overleed in 1977. Bron: Bert Spoelstra (kleinzoon) |
|
Identiteitskaart uit het "Jappenkamp" van Antonia van den Brandhof-Verheijen, zus van bovenstaande Albertus Johannes Verheijen . Albertus Johannes Verheijen tekende als OVWer om zijn zus uit het jappenkamp te gaan bevrijden. "De twee atoombommen op Hiroshima en Nagasaki waren er eerder…” Bron: Bert Spoelstra |
|
Vertaling van de tekst op de bovenstaande ID kaart uit het Jappenkamp. Bron: Bert Spoelstra Jappenkamp is de gebruikelijke Nederlandse benaming voor Japanse interneringskampen, dat wil zeggen plaatsen waar burgers of krijgsgevangen militairen gedurende de Japanse bezetting van Nederlands-Indië (1942-1945) gedwongen waren te blijven op last en onder toezicht van het Japanse gezag. Nederlanders werden namelijk door de Japanse bezetter, als staatsburgers van landen waarmee Japan direct in oorlog was, beschouwd als 'vijandelijke buitenlanders'. Er was sprake van een harde en wrede behandeling van zowel burger- als krijgsgevangenen, soms met de dood tot gevolg. Ook was er een groot tekort aan voedsel, water en medicijnen. Besmettelijke ziekten, mede veroorzaakt door slechte sanitaire voorzieningen, hadden vrij spel en kostten aan duizenden het leven. Bron: Wikipedia |
|
Ter herinnering aan onze verloving - 5 jan 1945 Theresia Janssen & Joep Rademakers bij de beroemde trap van fotograaf Waltmans aan het Lindeplein in Brunssum. Joep had zich net aangesloten bij de stoottroepen. Bron: Marianne van Haren-Rademakers |
|
Nederlandse vrijwilligers "Stoottroepen" met hun Engelse instructeurs op de Brunssummerheide. Staand 3e van rechts is Leo (Leendert) van Santen Bron: Familie van Santen |
|
Leendert van Santen uit Brunssum in zijn Stoottroepen uniform op de Brunssummerheide Bron: Familie van Santen |
|
Jan de Groot (3-12-1924) uit Brunssum zag als zestienjarige jongen in mei 1940 de Duitse bezetters door zijn straat het land binnen marcheren. Na de bevrijding van Brunssum, op 19 september 1944, trok hij als lid van het Regiment Stoottroepen met het Amerikaanse negende leger op door Duitsland, tot bij Magdeburg aan de Elbe, waar hij aan de overkant van de rivier de Russische troepen zag staan. Duitsland was een slagveld, het hele Ruhrgebied waar we doorheen trokken lag in puin. Mensen hadden er genoeg van de oorlog. Wij werden als bevrijders ontvangen. Bron: Jan de Groot |
|
Jan kreeg zijn eerste training in de tuinen van Kasteel Amstenrade, toen opleidingscentrum voor de Stoottroepen. Hier zien wij o.a: Jan de Groot (links), Sietze Pantez, Ben Vaes en geheel rechts korporaal Beckers. Bron: Jan de Groot |
|
Links: Frans Rademakers, kameraad van Jan de Groot. Rechts: Frits Vermeer, kameraad van Jan de Groot. Bron: Jan de Groot |
|
Links: Ter herinnering aan je vriend uit de Stoottroepen tijd 1944-1945, Willy de Haan. Rechts: Gerard Smit en Andre van de Vossen, kameraden van Jan de Groot. Bron: Jan de Groot |
|
Jan de Groot en Zef Wolters, IJmuiden 1946. Bron: Jan de Groot |
|
Stoottroepers in de duinen bij IJmuiden (1946). Met o.a. Jan de Groot, Palmen en Engels. Bron: Jan de Groot |
|
Jaren later schreef Jan de Groot, alias "Soldaat Boem" een boek over zijn dagen als Stoottroeper en het einde van het "Derde Rijk". Bron: Jan de Groot (klik hier voor de 1ste pagina's mbt de opleiding op kasteel Amstenrade - Pdf file) |
|
Gepubliceerd op 13 maart 2015 Jan de Groot wilde vlak na de bevrijding van Limburg de Duitsers terugpakken voor wat ze 'zijn' Nederland hadden aangedaan. Hij meldde zich bij het leger en trok met de Amerikanen op naar Duitsland. Bron: Limburger TV (klik op de foto voor het fimpje) |
|
Jan de Groot, alias "Soldaat Boem" op latere leeftijd. Rechts bij de beruchte 'Trap van Waltmans' in Brunssum, tijdens de festiviteiten rondom 70 jaar bevrijding van deze gemeente in 2014. Bron: Webmaster |
|
Persoonsbewijs en Soldier's Service and Pay Book van Hendrik Limbourg, geb 2 sept 1924. Hendrik was woonachtig op de Heiligerstraat 2 te Brunssum (voormalig Leeuwstuk), hij was werkzaam als bovengronds mijnwerker voordat hij dienst nam bij de Stoottroepen. Zijn persoonsbewijs is gesigneerd door enkele Amerikaanse bevrijders. Zijn dienstnummer: 216224. Bron: Marco van Pol |
|
Ook hier zien wij enkele papieren van de Stoottroeper Hendrik Limbourg. De zwart/wit foto werd hem toegestuurd door zijn neef Peter, welke met enkele kameraden een Spitfire (Brits jachtvliegtuig) heeft beklommen. Bron: Marco van Pol |
|
Kantinepas van soldaat H. Limbourg, voor kantine II Batt. Regiment Stoottroepen. Bron: Marco van Pol |
|
Verbandakte Vrijwilliger Europa - 9 mei 1945. Contract van indiensttreding op naam van Stoottroeper H. Limbourg, opgemaakt te Vught op 18 juli 1945. Bron: Marco van Pol |
|
Distributiekaarten van Hendrik Limbourg en zijn echtgenote. Bron: Marco van Pol |
|
Uit dit stuk blijkt dat Stoottroeper Hendrik Limbourg de volgende betalingen tegoed heeft. 1944-1945: 189,40 gulden 1946: 36,90 gulden Bron: Marco van Pol |
|
Mijn vrienden van de K.S. tijd, Thomassen en Kootjens. Deze foto werd genomen in Recklinghausen (Duitsland). Bron: Marco van Pol |
|
9 mei 1946 Ontslagbewijs van de Stoottroeper H. Limbourg uit Brunssum. Hendrik kwam bij zijn vertrek wel nog in aanmerking voor een toewijzing van burgerkleding, teweten: 2 onderbroeken 2 hemden 2 overhemden 2 paar sokken 1 kostuum 1 regen c.q. overjas 1 paar schoenen Bron: Marco van Pol |
|
In de loop van oktober 1944 raakte de aanduiding ‘vak’ in onbruik. In plaats daarvan werd voortaan gesproken van bataljons (bat). Het 1 Bat (Maastricht) kwam onder leiding van P.J.A. Driessen, het 2 Bat (Sittard) kreeg als commandant dr J.F.C. de Witt Puyt, het 3 Bat (Heerlen) J.J.H. Debey. Gelet op de nauwe samenwerking met de Amerikanen besloot het Commando-Limburg ook de Amerikaanse organisatievorm te aanvaarden, te weten 189 man per compagnie en drie tirailleur compagnieën per bataljon., Aan de tot dan geformeerde compagnieën, zes in getal zouden er dus nog drie moeten worden toegevoegd. In november 1944 kreeg de oprichting van deze drie compagnieën haar beslag. Op deze wijze werd de mogelijkheid geopend om de fronteenheden geregeld af te lossen en bij te scholen. Van Kooten kreeg van de Prins voor deze trainingen, die werden gehouden in de omgeving van Kasteel ‘Amstenrade ‘ , vier doorgewinterde commando’s ter beschikking onder leiding van kapitein C. Ruysch van Dugteren. In ‘Amstenrade’ ontvingen de Stoters instructie in het gebruik van mijnen, de boobytraps en de nieuwe wapens. Bovendien werden zij getraind in silent-killing. Paragraaf uit: Stoottroepen 1944-1984 (De Bataafsche Leeuw-1984) |
|
Johannes Adrianus Peels (Jan), 30 Maart 1926 te Brunssum geboren, woonde de eerste 18 jaar op de Rozengaard (Houserstraat 13). Jan is als vrijwilliger op 8 Januari 1945 in dienst getreden van het pas gevormde Regiment Stoottroepen te Hoensbroek.De stoottroepen werden door de Amerikanen van uniformen en wapens voorzien en door de Britten getraind. Jan heeft nog enkele maanden in een ondersteunende rol meegewerkt aan de uiteindelijke overgave van Duitsland. Na de oorlog is Jan voor 2 jaar met de Stoottroepen naar Indonesië gegaan. Ingescheept op oude liberty schepen van de Amerikanen heeft hij zijn tijd hoofdzakelijk op Java doorgebracht. Op de foto zien wij Jan in uniform (stoottroepen) naast zijn vrouw Elly Peels-Theunissen. Bron: Jan Peels Jr. (klik hier voor meer info mbt Jan Peels - Pdf file) |
|
29 maart 1945 De eerste stoottroepen over de Rijn. Door J.W. Hofwijk oorlogscorrespondent Stoottroepen Regt. Limburg. Bron: Jan Peels Jr. (klik hier voor het gehele krantenartikel - Pdf file) |
|
Bewijs van Nederlanderschap (Nationaliteitsbewijs - soort paspoort)van Gilli(e)s, Hubertus Schirbach uit Schaesberg, welke na de bevrijding zou toetreden tot de stoottroepen. Tijdens de oorlogsjaren was hij actief in het verzet. Per 1 oktober 1940 moest iedere Nederlander zich kunnen legitimeren met een distributiestamkaart met pasfoto, een geldig paspoort, een bewijs van Nederlanderschap of een door de Burgemeester afgegeven tijdelijk identiteitsbewijs. Bron: P.R. |
|
Persoonsbewijs van Gillis, Hubertus Schirbach uit Schaesberg. Gilles was zeer actief in het verzet. Bron: P.R. |
|
Vals persoonsbewijs van dezelfde Gillis, Hubertus Schirbach, nu op naam van Andreas, Hubertus Caris uit Hoensbroek. Bron: P.R. |
|
8-11-1944 Pasje van de Ned. Binnenlandse Strijdkrachten op naam van G.H. Schirbach. Hierop zien wij o.a. dat Gillis heeft gediend in Duitsland. Zijn rang was destijds Sergeant der stoottroepen. Bron: P.R. |
|
Brief Bevelhebber Nederlandsche Strijdkrachten, Hoofdkwartier te Velde 1945, dankbetuiging bij uittreden uit actieve dienst. Deze is gericht aan Korporaal G.H. Shirbach, Regnr: 216693 2-II van het Reg. Stoottroepen. Vreemd aan deze brief is dat Gillis op het bovenstaande pasje nog Sergeant is! (foutje?) Bron: P.R. (klik hier voor een vergroting - Pdf file) |
|
Achterzijde van bovengenoemde brief aan Korporaal Schirbach. In naam van Z.K.H. Prins Bernhard, verleenen wij U de speld in brons voor uw moed en plichtsbetrachting, getoond in den strijd tegen het Nazidom. Bron: P.R. |
|
Pas voor grensverkeer - 11 januari 1950. Met deze pas mocht Gillis naar Hasselt in België reizen, doch uitsluitend langs de doorlaatpost Maastricht. Hierop zien wij dat hij als Sergeant voor het R.V.J. nog altijd een actieve rol speelt. Welke is helaas onbekend. Bron: P.R. |
|
Stoottroeper P.W. van Iersel uit Maastricht. Bron: J. Das (klik hier voor meer info mbt P.W. van Iersel - Pdf file) |
|
Speldjes van Stoottroeper P.W. van Iersel. Bron: J. Das (klik hier voor een brief uit de loopgraaf - Pdf file) |
|
Dankbetuiging uit de nalatenschap van Stoottroeper P.W. van Iersel De Nederlandsche Stoottroepen aan den Noordweg - 26 jan 1945. Ik zou zeer verschuldigd zijn, indien U mijn dank en waardering aan uw manschappen wilde overbrengen, voor de door hen verleende hulp, gedurende de nacht van 22/23 jan 1945. Alle raporten van mijn Officieren en Sergeanten, die ik ontving tonen aan, dat uw manschappen, bij hun eerste werkelijke actie, hoge moed en bekwaamheid hebben getoond. Speciaal lof moet worden gegeven aan de twee mensen, wiens namen ik niet ken, die mijn B.S.M. naar voren vergezelden, naar de H.Q. van de Forward Troop. Wil eveneens a.u.b. mijn deelneming aan de ouders van den Hollandsche Soldaat, die bij het gevecht werd gedood, overbrengen. Kapitein Rickert Bron: J. Das (klik hier voor het krantenartikel "Stoottroeper Moedig Maar Lastig" - Pdf file) |
|
In de kelder van het klooster aan de Gasthuisstraat in Heerlen hadden de Stoottroepen kwartier gemaakt. Bron: Rijckheyt (centrum voor regionale geschiedenis) |
|
"De verkeerde sectie" De Staf-Zuid van de Stoottroepen voor het klooster in de Gasthuisstraat. Bron: Rijckheyt (centrum voor regionale geschiedenis) |
|
Boven: Stoottroepen op appèl op de binnenplaats van het klooster in de Gasthuisstraat. Onder: Stoottroepen in training. Bron: Rijckheyt (centrum voor regionale geschiedenis) |
|
Oefening van de Stoottroepen in het Aambos - Oliemolenstraat oktober 1944. Bron: Rijckheyt (centrum voor regionale geschiedenis) |
|
Stoottroepen van het Regiment Limburg op exercitie oefening. Bron: Rijckheyt (centrum voor regionale geschiedenis) |
|
Legitimatiebewijs van de Stoottroeper Johan paes uit Sittard. Bron: J.P. |
|
Inlegvel behorend bij het persoonsbewijs, van de Ned. Binnenlandse Strijdkrachten op naam van: Johan Paes, woonadres Rijksweg Zd. 46 te Sittard. Behoort tot: Kon. Stoottroepen. Bron: J.P. |
|
Eervol ontslag verleend aan de Stoottroeper A.O. van Soest, wegens herbenoeming in zijn vroegere functie als Koninklijke Marechaussee. Bron: J.P. |
|
Oorlogszakboekje Militaire Dienst en Betalingsboekje, gebruikt door de Stoottroepen. Bron: J.P. |
|
Legitimatiebewijs van de Stoottroeper Edmond Joseph Vlieks uit Simpelveld. Bron: P.R. |
|
Demobilisatie-insigne van Stoottroeper Willem Pijls uit Brunssum. Alle militairen van de Koninklijke Landmacht die in Indië hadden gediend, kregen bij hun afzwaaien een Demobilisatie-insigne met erecertificaat. Het insigne staat hiernaast afgebeeld op het bijbehorende erecertificaat. Het insigne werd uitgereikt op grond van een Ministeriële Beschikking van 2 oktober 1950, (Nr. 154739) getiteld Regeling betreffende gedemobiliseerde militairen, die in aanmerking komen voor het ontvangen van een erecertificaat en een demobilisatie-insigne. De beschikking luidde: Om in aanmerking te komen voor uitreiking van een erecertificaat en het daarbij behorend Demobilisatie-insigne zal de gewezen militair van de Koninklijke landmacht in een tijdvak, gelegen tussen 15 Augustus 1945 en 27 December 1949 gedurende 6 maanden dienst moeten hebben gedaan op het grondgebied van het voormalige Nederlands-Indië en die dienst op goede wijze moeten hebben vervuld. Op 11 november 1950 werd bovengenoemde periode van 6 maanden verkort tot 3 maanden. Het Demobilisatie-insigne is geen onderscheiding zoals het Ereteken voor Orde en Vrede dat is, maar is, voor zover het leden van de Koninklijke Landmacht betreft, wel voor vrijwel dezelfde groep militairen bedoeld. Het is een herinneringsspeld die uitsluitend op burgerkleding wordt gedragen. Interessant is dat het erecertificaat behalve de naam, geboorteplaats en rang, ook vermeldt wanneer de militair uit Nederland is vertrokken en wanneer hij daar weer is teruggekeerd. Bron: Internet |
|
Ontslag brief van "Stoter" Willem Pijls, d.d: 18-3-1948. Bron: H. Pijls |
|
Monument Stoottroepen Limburg vervaardigd door Charles Eyck in 1948. Dit monument stond oorspronkelijk te Wyckerveld in Maastricht, maar werd in 1977 overgebracht naar het Nationaal Oorlogs- en Verzetsmuseum te Overloon. Bron: Stoottroepen 1944-1984 (De Bataafsche Leeuw-1984) |
|
"Jef de Groot onderscheiden" Onder zijn leiding onstonden toen de Stoottroepen, gevormd uit de verzetsgroepen, knokploegen enz. Talloze malen stond Jef de Groot in de vijandelijke vuurhel, om zijn opdrachten te vervullen en anderen in moed en beleid voor te gaan. Al deze feiten zijn de Amerikaanse regering niet ontgaan. In 1951 ontving Jef hiervoor uit handen van Colonel Bruce Bidwell de Bronzen Ster (Bronz Star). De Bronze Star is een Amerikaanse oorlogsonderscheiding. De op 4 februari 1944 ingestelde decoratie is bestemd voor "individuen in dienst van de Amerikaanse strijdkrachten die zich in een oorlogsgebied onderscheiden door heldhaftigheid, bijzondere prestaties of verdienstelijke uitoefening van hun taak voor zover dat geen vliegtochten betreft. Bron: Delpher + Stoottroepen museum |
|
Bezoek van Sjef de Groot, commandant Commando-Brabant, aan het herstellingsoord van de Stoottroepen te Oisterwijk. Bron: Stoottroepen museum |
|
Bezoek van Sjef de Groot, commandant Commando-Brabant, aan de 8e compagnie van de Stoottroepen in het Reichswald (Dld), terwijl het pistoolschieten wordt beoefend. Sjef de Groot hanteert hier zelf een pistool (1945). Bron: Stoottroepen museum |
|
50 jaar na oprichting bracht de Audio-Visuele Dienst van de Koninklijke Landmacht een film uit op VHS (Video) "Met een hart vol vuur". (Regiment Stoottroepen 50 jaar) Bron: J. Das |